Wandelen is voor ons een van de makkelijkste en fijnste manieren om meer te bewegen. Je hebt geen sportschool nodig, geen ingewikkelde schema’s, gewoon je schoenen aantrekken en gaan. Maar of je nu een korte wandeling na de lunch maakt of een lange tocht door de natuur plant, een goede voorbereiding maakt het een stuk leuker. Met deze 8 tips ga je zonder gedoe op pad!
1. Gezonde snacks voor onderweg
Oke, we beginnen met het belangrijkste! Want we moeten natuurlijk goed voor onszelf zorgen. Wandelen kost energie, vooral als je langer op pad bent. Een gezonde (zoete) snack helpt om je energieniveau goed te houden. Neem vooral wat lekkers mee dus. Maarja, wat neem je dan mee?
Je kunt bijvoorbeeld gaan voor:
- Zelfgemaakte havermoutkoekjes – makkelijk te maken en vullend.
- Noten en gedroogd fruit – voedzaam en licht om mee te nemen.
- Bananenbrood – een goed alternatief voor voorverpakte snacks.
Probeer snoeprepen te vermijden. Die geven je maar kort energie en laten je daarna juist vermoeider voelen. Niet echt iets wat je moet willen natuurlijk.
2. Neem voldoende water mee
Los van de gezonde snacks, is het natuurlijk ook belangrijk om gehydrateerd te blijven. Zeker als je langer onderweg bent, maar zelfs bij korte wandelingen is het slim om een flesje water mee te nemen. Een herbruikbare waterfles is een goede keuze: beter voor het milieu én je portemonnee.
Wanneer je echt een lange tocht maakt, kan een waterzak in je rugzak handig zijn. Zo hoef je niet steeds te stoppen om te drinken en kan je het tempo er lekker inhouden.
3. Zorg voor een stevige jas
Het weer kan je wandelplannen behoorlijk in de war schoppen, vooral als je niet goed gekleed bent. Een fijne, stevige jas is daarom geen overbodige luxe. Kies er een die tegen een stootje kan, waterafstotend is en waarin je je makkelijk kunt bewegen.
Tip: werk met laagjes! Zo kun je makkelijk iets uit- of aantrekken als het warmer of kouder wordt.
4. Plan je route
Spontaan gaan wandelen kan heel leuk zijn, maar vooral bij een lange wandeling kan het slim zijn om vooraf je route te plannen. Zo voorkom je dat je verdwaalt of langer onderweg bent dan gedacht.
Een paar handige tips:
- Gebruik apps zoals Komoot of Google Maps om routes uit te stippelen.
- Check het weerbericht, zodat je niet halverwege in de regen staat.
- Kies een route die past bij je niveau. Een te lange of zware tocht kan de lol er snel afhalen.
Ga je ergens wandelen waar je de weg niet goed kent? Zorg dat je telefoon is opgeladen of neem een papieren kaart mee.
5. Draag goede schoenen
Niets bederft een wandeling sneller dan pijnlijke voeten. Zorg daarom voor schoenen die lekker zitten en geschikt zijn voor de ondergrond waarop je loopt. Voor een stadswandeling volstaan sneakers, maar voor wandelingen in het bos zijn stevige wandelschoenen beter.
Tip: Loop nieuwe schoenen eerst thuis in voordat je ermee op pad gaat. Zo voorkom je blaren!
6. Neem een klein EHBO-setje mee
Toch last van blaren? Je hoeft echt geen complete verbanddoos mee te nemen, maar een paar pleisters en een blarenpleister kunnen je wandeling echt redden. Ook zakdoekjes zijn handig – niet alleen om je neus te snuiten, maar ook als je onderweg een sanitaire stop moet maken. Natuurlijk laten we liever geen afval achter in de natuur, dus gebruik bij voorkeur biologisch afbreekbare zakdoekjes als het echt niet anders kan.
7. Vergeet je zonnebrand niet
Het liefst draag je elke dag SPF, ook als het geen volle zomerdag is. Een pet, zonnebril en wat zonnebrandcrème zijn dan ook geen overbodige luxe, zeker als je lang buiten bent.
8. Maak het wandelen leuker
Soms heb je net dat extra zetje nodig om vaker op pad te gaan. Maak het wandelen daarom leuker:
- Luister een podcast of muziek tijdens je wandeling.
- Spreek met iemand af en combineer wandelen met bijkletsen.
- Stel een doel, zoals een bepaald aantal stappen per dag.
Met de juiste voorbereiding is wandelen niet alleen makkelijker vol te houden, maar ook een stuk fijner. Dus trek die schoenen aan en ga op pad!
